Zoals bij elke sport heb je ook in de wandelsport mensen die gewoon geen talent hebben. Deze mensen steken daarom ook schril af tegen die mensen waarvan je denkt dat ze al hun hele leven hebben kunnen lopen. Het gekke is toch wel dat de demografische verdeling in deze geheel pluriform is.
Zo heb je, om maar een willekeurig uit de lucht gegrepen voorbeeld te gebruiken, studentenhuizen waarin mensen wonen met wandelgradaties die geheel afwijken van elkaar. Deze afwijkingen uitten zich op verschillende manieren, de bekendste is echter wel de manier van het snelle- of het langzame wandelen.
Sommige studentenhuisbewoners maken het wel heel bond, de bewegingen die deze personen maken tijdens het wandelen zijn niet of nauwelijks met het blote oog waar te nemen. Deze categorie studentenhuisbewoonsters is BLOND (Blijvend Langzaam O N Drentelaars). De tegenhangers van dit trage kliekje, bewegen zich daarentegen in een dermate hoger tempo, dat een samen wandelende wandelmars, al snel uitmond in een zich traag voortslepende melodramatische treurmars.
Ook in de houding van de verschillende wandelgroeperingen zit verschil. De types die wij eerder typeerden als traag en voortslepend, kunnen wij ook herkennen aan hun slappe en schouder hangende wandelstijl. Terwijl de snellere wandelmensen zich laten beschrijven aan de hand van woorden als: dapper , fier en koen.
Hoewel er geregeld onderlinge spanningen ontstaan tussen mensen uit de verschillende wandelklassen, heeft dit nog nimmer geleid tot georganiseerde segregatie. Dit zet vraagtekens bij de geloofwaardigheid van de hedendaagse maatschappelijke betrokkenheid van zowel de burger als ook de politiek. Want hoe kunnen onze regeerders verkopen dat ze zich wel druk maken over allochtonenbeleid, terwijl ze het ‘langzame-wandel-vraagstuk’ geheel links laten liggen?
En ook onze Lonsdale jongeren mogen zich wel eens aan hun kale koppie krabben waarom zij zich nog nimmer tegen de langzaamlopende bevolkingsgroepen hebben gekeerd.
Het lijkt me wel duidelijk dat deze kwestie in een mediale doofpot terecht gekomen is.
Terwijl wandelen toch in principe datgene is dat ons tot mens maakt. Er zijn natuurlijk legio andere wezens die kunnen lopen: pinguins, walrussen, fridges, blondjes etc. Maar deze wezens hebben geen idee van waar ze zich naar toe bewegen. Vandaar ook dat deze wezens geen onderscheid kunnen maken tussen een rechte dan wel bochtige gang, dit omdat zij hun voeten in den blinde dan wel in snel, maar vooral vaak in langzaam tempo voor elkaar plachten te zetten, dolende in de veronderstelling precies te weten wat ze aan het doen zijn.
Kijk en daarom verschillen wij dus van die andere wezens. Hadden wij niet kunnen wandelen, dan waren we er nooit achter gekomen dat je moe wordt van wandelen, en hadden we dus nooit het wiel uitgevonden. Hadden we niet kunnen wandelen, dan was de mens nooit vanuit warm Afrika naar koud Europa gelopen, dus hadden we nooit het vuur hoeven uitvinden. Hadden we niet kunnen wandelen, dan hadden we nimmer de dorst geproefd die we nu plachten te lessen met een goed glas bier. Hadden we niet kunnen wandelen, dan was de mens geen mens geweest.
Nee mensen. De mens is mens omdat het kan wandelen. Daarom is het dus ook een feit dat mensen die snel kunnen wandelen veel beter ontwikkelde mensen zijn als mensen die maar wat aanmodderen.
Graag wil ik nu meteen mensen die aan snelwandelen doen uitsluiten van deze theorie, daar snelwandelaars enkel en alleen trage wandelaars zijn die zich voordoen als snelle wandelaars. Een kwestie van overcompensatie.
In de muziekwereld gaat de stelling dat je van wandelen groot wordt niet echt geheel op. Zo is van Velzen, zelfs al zou die de wereld rondlopen geen grote jongen, dat zouden wel heel veel stapjes zijn. En is Koos Alberts daarentegen een flink uit de kluiten gewassen kerel, terwijl hij dan weer niet de moeite neemt te wandelen.
Zo is de theorie van het wandelen een vol van tegenstrijdigheden. Nee, deze theorie is er niet wars van u op het verkeerde been te zetten en het zal ten alle tijde zijn beste beentje voorzetten mensen een hak te zetten.
Dit neemt echter niet weg dat het voor ons als mensen belangrijk is om de tekortkomingen van andere mensen te accepteren. Want zelfs de meest traag lopende persoon op aarde heeft nog voldoende positieve punten. Het leven zou alleen zoveel aangenamer worden als iedereen eens net zo snel ging lopen als ik!