Als u het aan uw wijze auteur vraagt is economie het meest stompzinnige wat er is. Deze wetenschap is puur en alleen ontstaan, omdat mensen denken dat het ontstaan is. Maar ik zal u vertellen hoe het echt zit, economie bestaat niet! It is all air. Bedacht door lieden die te dom zijn om door te hebben dat ze het zelf bedacht hebben, en het wordt aangehangen door mensen die te dom zijn om door te hebben dat ze alles zelf hadden kunnen bedenken.
Zoals eerder beschreven draait de wereld om drie dingen: eten maken, eten verkopen, en studeren voor beroepen die niets toevoegen aan dit alles. En inderdaad, economie staat niet in dat rijtje, dus waarvoor hangen we het dan aan? Krijgen we door economie meer eten? Kunnen we door economie beter eten kopen? Kunnen we door economie nog meer nutteloze beroepen leren? Ik zeg: ja! Klopt, correct, precies waar economie nou voor bedacht is! Humz, Jan, vertel ons nou in al je wijsheid wat nu het punt is dat je probeert te maken!
Religie
Om dit te begrijpen heb je sterk verkreukelde hersens nodig. Ik zal het voor jullie zo gemakkelijk mogelijk maken er niks van te snappen. Laten we ermee beginnen vast te stellen dat economie de godsdienst is, en geld de god. Want waar draait economie om? Juist de aanbidding van geld. Hoe meer geld iemand heeft hoe godsdienstiger hij is.
Zoals elke religie heeft ook de econome zijn heilige schrift. Deze is echter niet in die hoedanigheid verkrijgbaar. Ik zal u echter in het kort een en ander uitleggen. Waar het in het oude testament nog gaat om het fenomeen van vraag en aanbod, of waarde en prijs ging, vertelt het nieuwe testament ons nu dat we verlost zijn van deze moeilijke regels. Dus niks geen moeilijke onzin als: heeuj ik koop een huis, en die kost 5 ton! Dat kan ik nooit betalen...Neeee, dan leen ik dat toch ff. Bank blij ik blij iedereen blij. Want de economie is de god van de blijdschap. Behalve als je niet goed genoeg geloofd, want dan krijg je geen geld, en dan is het meer de god van de kansloosheid. Vandaar dat iedereen zo goed zijn best doet in de economie te geloven. Men staart zich daar zo op stuk dat men vergeten is dat de economie helemaal niet bestaat!
Afijn, voor degene die de theorie nog volgen kan zal ik proberen het wat moeilijker te maken, door mijn verhaal te verrijken met enige op waarheid berustende voorbeelden uit de praktijk. Maar eerst nog een korte theoretische uitleg. Laten we zeggen fase twee in deze onderwijzing in het basisprincipe van de economie.
Geschiedenis van de economie
Hoe is geld ontstaan. Aan het allereerste begin van handel ruilde men. Dit was erg saai en was erg lastig met betrekking tot het innen van BTW. Want haal maar eens 21% van een gebraden gans, die geruild wordt tegen een zetje velgen voor onder de koets. Das bij de gans nog te doen, daar snij je een stukje af, maar die velgen... Zoals u al weet zijn mensen toen overgestapt op het betalen met schelpjes. Hierdoor was Nederland vroeger heel erg rijk, want wij hadden stranden en bijvoorbeeld Oostenrijk niet, dus das best logisch. Maar op een gegeven moment waren er zoveel schelpjes in omloop dat de inflatie de pan uit rees. Wou je bijvoorbeeld een kruiwagen kopen, dan moest je er eerst drie andere kopen om genoeg schelpjes aan te kunnen leveren. Toen bedacht men dat er iets bedacht moest worden waarvan gedacht zou worden dat het wel eens veel waard kon zijn. Gevolg daarvan zijn de eerste muntstukken. Deze bestonden hier in de omgeving uit goud, maar in bijvoorbeeld Afrika uit platgewalste oorlelletjes van de OeblaWoebla stamleden. Om het even wat mensen maar als waardevol beschouwden.
Op zich allemaal heel logisch. Deze munten waren klein, en vertegenwoordigden een waarde. Hopsa, niemand die daar moeite mee had. Echter! De invoering van munten was de werkelijke invoering van het fenomeen economie. Met andere woorden de intrede van het kwaad. Ooggetuigen durven dan ook te beweren dat Adam een halve zilverling kreeg van de slang om de appel op te eten!
Nu er geld was, was er iets om te sparen. En sparen is een ander woord voor hebzucht. De meeste hebzucht werd ten tonele gebracht door de koningen die heersten. Deze wisten dat zij niet al het uitgebrachte geld zelf in bezit konden hebben. Daarom lieten ze hun gelaat afdrukken op elke munt, zodat ze toch een beetje alles bezaten. Dit waren de eerste tekenen der hebzucht.
Doorreizend in de tijd maakte de economie een grote vlucht. Elk mens probeerde zoveel mogelijk van de geldberg naar zich toe te harken. Gevolg hiervan was dat de berg een beetje op begon te raken. En dat is waar het helemaal mis ging. Tot nu toe had geld waarde, ik bedoel goud is goud, zilver is zilver, oorlelletjes zijn oorlelletjes (hoewel lang niet alle oorlelletjes even veel waard waren). Maar nu de voorraden van deze goederen uitgeput begonnen te raken was er een of andere malloot die het ingenieuze idee had te bedenken om papier waarde te geven. Deze noemden ze: waardepapieren. Deze papieren vertegenwoordigen een waarde, oowh dus, vandaar die naam. Het principe gaat ongeveer zo. Ik heb een papiertje waarop staat dat ik 1000 gram goud heb. Dat goud ligt in de bank. Op gegeven moment koop ik een nieuwe huifkar, en verrek dat kost me 1000 gram goud. Hoe lossen we dit dan op? Juist, ik steel de huifkar. Hoe lossen vrouwen en homo's dit op? Deze vragen aan een man de huifkar te stelen. Hou lost dokter Quin dit op? Die vraagt Sully of die der zelf een kan maken. Wat leren we hiervan: Huifkarren zijn een slecht handelsvoorbeeld.
Nu we dus een beetje doorhebben hoe handel met waardepapieren eruit ziet, snapt u dat de papieren van eigenaar wisselen en de homp goud stof blijf verzamelen op een plank in de bank. Simpel. Wat krijg je echter als je goud naar de bank brengt? Rente! Doe es gek, 3.5%. Dit houdt dus in dat ik na een jaar geen 1000 gram, maar 1035 gram goud heb. Nou roept u als volleerd scheikundige, dat kan helemaal niet! Dat klopt, maar ik had al stiekempjes wat verteld over stof verzamelen. En laat dat nu precies 35 gram per jaar zijn! Dit verklaart ook waarom onbetrouwbare smoezelige stoffige banken hogere rentes aanbieden.
Het principe dat vermeld staat in de bovenstaande paragraaf kan werken. Zolang je de waardepapieren maar blijft dekken met iets dat een goede waarde vertegenwoordigd. Dit iets was dus vroeger goud, maar in de loop der jaren kan je overal waardepapieren voor krijgen: Huizen, auto's, servies, ex-vrouwen, dakkapellen etc. Dit noemen ze onderpanden.
Sketch:
Meneer Fries?ja: Dus u wilt een nieuwe auto? Mislukte Jub: Jah, wai willen njieuwe borrsten voor main vrouw. Blonde vrouw: Jaah! Dat staad so zlim! Meneer Fries?ja: Dat kan. Ik betaal het voor u. Vrouw: Ah, das makkelijk, ik gooi het forrrmulier in brievenbus. Man: Inderrrdaad, nu heb jaij njieuw borrsten, en zaij kosten graatissj. Meneer Fries?ja: Jaaah, ahum, die zijn echt gratis, ahum, kost je niks geen niet rente ahum. Man en vrouw: Nu kunnen we aindelijk gelukkig zain, aigenlijks waren we al op elkaar uitgekekennn.
Dat is dus een voorbeeld van geld lenen. Verschrikkelijk. Als je geen geld hebt, dan ga je sparen en dan krijg je vanzelf geld. Kun je niet sparen? Jammer! Dan kan je ook de rente van de lening niet betalen.
Aandelen
Nog zoiets. Aandelen. Men neme een bedrijf dat inblikbonenblikjes maakt. Men maakt 1 biljoen blikjes per jaar, behaalt een omzet van 10 miljard en men maakt een winst van 2 miljard euro per jaar. Wat moet je dan? Je gaat de beurs op! "Wat slim!" zouden jullie zeggen "Nou nee!" zeg ik. Het bedrijf zet 10 miljoen aandelen op de beurs voor 20 euro elk. Binnen 3 dagen zijn deze aandelen nog 86 cent waard. Want zo gaat dat op de beurs. Jaja, zo koop je een mooi zakje aandelen, en zo heb je die aandelen nog steeds, alleen zijn ze niks meer waard. Waren ze sowieso al niet, maar dat geeft niet.
Crisis
Laat ik mijn betoog eens terugkoppelen naar het heden, alwaar we zullen aanhaken aan de financiële crisis. Onzin! Dat is wat ik ervan zeggen wil. Het is een groot krokodillentranendal. Gejammer van mensen die hun zorgvuldig opgebouwde luchtkasteel als een grote regenbui naar beneden zien komen. Want al dat geld dat deze mensen nu verliezen, dat heeft nimmer bestaan!
En allemaal maar roepen dat ze het voortaan beter zullen doen. Wat gaan ze dan beter doen? Gaan ze nu nog meer geld bedenken? Gaan ze alles weggeven aan de derde wereld, of geven ze die alleen de schuld, in beide zinnen van het woord. Proberen ze nu nog grotere bedragen te verdoezelen? Of houden ze dan echt op met het geloven in economie? Of klampen deze mensen zich vast aan de regenboog die zo hoog aan de hemel staat tijdens het financiële noodweer, en geloven ze dat dit zeker nimmer meer zal gebeuren? "Meester Jan, vertelt u eens, wat denkt u dat het antwoord is?" "Nou lieve toehoordertjes. Ik weet het antwoord en daar komt helemaal geen denken bij aan te pas."
Houdt het dan nooit op!?
Om er een einde aan te breien zoek ik naar een toepasselijk slotakkoord waarin we het samen eens worden. Laten we dus gebroederlijk tot een deal komen, waarin we afspreken dat we allemaal afstand doen van ons goddeloze geld. Om dit proces te coördineren wil ik mezelf opwerpen als toezichthouder. Dit houdt in dat iedereen zijn of haar geld bij mij kan inleveren, zodat u gerust en zonder zorgen verder kunt leven!